Het klassieke
doopformulier
legt een relatie
tussen het sacrament
van de heilige
doop en het
feit dat Israël
droogvoets door
de Rode Zee, de
Schelfzee, ging.
Valt die samenhang
terug te vinden
in de Bijbel?
"Jazeker", zegt
DS. ROOS ds. J. Roos, predikant
van de gereformeerde
gemeente in Nederland te Barneveld.
"De apostel Paulus legt dat verband in
1 Korinthe 10:1-5. Daar typeert hij de doop en
het avondmaal met de woorden wolk en zee
en met het manna en de rotssteen."
"De apostel wijst erop dat heel Israël onder de
wolk en door de zee doorgegaan en in Mozes
gedoopt is. Die doop was een verzegeling van
hun geestelijke behoudenis", aldus de predikant
uit Barneveld. "Wij mogen deze doorgang
door de Rode Zee, deze doop in Mozes,
niet als een sacrament aanmerken. Maar Paulus
gebruikt ze als voorbeeld. En de apostel
wijst op het verschrikkelijk oordeel over hen
die wel gedoopt waren in de wolk en in de
zee, maar omkwamen in de woestijn. Het
doopformulier legt dus terecht dat verband
tussen de zee en de heilige doop. Ook alle
kinderen zijn met hun ouders door de Schelfzee
gegaan. En dat vormt voor ons een voorbeeld
en een opdracht om de kinderen van de
gemeente te laten dopen."
Ook de Nederlandse Geloofsbelijdenis verwijst
naar de Rode Zee. Artikel 34 belijdt dat de
Zoon van God "onze Rode Zee is, door Welke
wij moeten doorgaan, om te ontgaan de tirannie
van Farao, welke is de duivel, en in te
gaan in het geestelijke land Kanaän."
Ds.Roos verzet zich tegen de gedachte dat de
confessie zich bezig zou houden met het vergeestelijken
van de geschiedenis van de reis
van de kinderen Israëls. "Als Paulus in 1 Korinthe
10:6 spreekt van voorbeelden, dan mogen
we de doorgang door de Rode Zee ook
zien als een voorbeeld van de wijze waarop
de Heere Zijn volk uit joden en heidenen naar
Zijn welbehagen zal bevrijden uit de macht
van die helse farao. Hij zal ze leiden door de
zee van Christus' dierbaar bloed. Guido de
Brès gebruikte dit bijbelse gegeven om de verlossing
van het oude bondsvolk te vergelijken
met de verlossing van al Gods uitverkorenen.
Op de dag des Heeren worden in de christelijke
kerken de Tien Geboden voorgelezen. De
aanspraak van de heilige wet wijst op het feit
dat de Heere het volk uit Egypte heeft verlost.
Niemand zal dan denken dat deze uitleiding
uit Egypte alleen op het volk van Israël van
toepassing was. Dat geldt ook het geestelijk
Israël, de reeds toegebrachten onder Gods uitverkorenen.
Ze zijn door Gods almachtige en
vrijmachtige hand verlost uit het Egypte van
zonde en satan."
Ds. Roos ziet het als een groot gevaar, dat
voortkomt uit oppervlakkigheid, om de reis
van de kinderen van Israël uitsluitend te beschouwen
als van belang voor dit bondsvolk.
"Die reis wil ons, mensen, leren dat het ook
anno 2005 nog noodzakelijk is om verlost te
worden uit de vreselijke staat waarin we onszelf
door de diepe val in Adam gebracht hebben."
Op verschillende plaatsen in het bijbelboek
Exodus valt te lezen dat de Heere het hart van
de farao verstokte en verhardde. Is God dan
niet de eigenlijke veroorzaker van het kwaad?
"Beslist niet", zegt de predikant uit Barneveld.
"De Heere heeft farao en zijn volk dikwijls gewaarschuwd.
Door middel van de hun toegezonden
tien plagen spoort Hij ze aan om Zijn
stem te gehoorzamen. Zo waarschuwt Hij ook
ieder van ons om Hem te gehoorzamen door
in Zijn wegen te wandelen.
Het was Gods verborgen besluit dat farao en
zijn volk Zijn stem niet zouden gehoorzamen.
Maar dat besluit was geen richtsnoer voor hun
handelen. Dit verborgen besluit was aan farao
en zijn volk niet eens bekend. Farao had het
gebod van God gehoord en dat had hij te gehoorzamen.
Farao was zelf verantwoordelijk
voor zijn goddeloos verzet tegen de Heere.
Juist zijn ongehoorzaamheid was oorzaak dat
hij om eigen schuld omkwam. Farao en zijn
volk kunnen niet zeggen dat zij onqewaarschuwd
zijn gebleven. Zij hebben daarom zelf
het oordeel over zich afgeroepen."
Misschien vermoedt iemand bij het lezen van
Hebreeën 11:29 dat alle Israëlieten die door
de Schelfzee trokken gelovige mensen waren.
Toch is dat niet zo, zegt ds. Roos. "Gods
Woord leert ons dat de Heere in het meerderdeel
van hen geen welgevallen heeft gehad.
Zij zijn door ongeloof omgekomen. Dat zegt
de apostel Paulus in 1 Korinthe 10:5." De Barneveldse
predikant verwijst graag naar dr. J.
Owen. Die merkt op dat "geheel de vergadering
werd genoemd naar het beste deel."
"God leidde het volk om", zegt Exodus 13:18.
Ds. Roos onderstreept dat de Heere vrij is in
de leiding met Zijn volk. Maar dat het Zijn gewone
weg is om met hen -althans naar menselijke
beleving- een 'omweg' te maken. "Opdat
zij hier geoefend zullen worden in de
woestijn van het leven."
Het door de Rode Zee gaan vormt ten slotte
ook nog een voorbeeld van de eeuwige verlossing
va~ Gods volk. "In Openbaring 15:2 lezen
we hoe de verloste schare aan de oever
van de glazen zee het gezang van Mozes en
het Lam zal zingen. Daar zal God Drie-enig
eeuwig de eer ontvangen. Is het onze hartelijke
begeerte dat de schaduwen mogen wegvlieden,
dat de Dag der dagen mag aanbreken
en dat de Zon der gerechtigheid mag doorbreken?
Het is van tweeën één: behouden door
de zee van Christus' bloed of omkomen door
Christus' toorn!"
Ds. J. Roos, RD 21 juli 2005.