"En zoals nu in het natuurlijke de man de vrouw
gaat zoeken, zo gaat nu in het geestelijke Christus
Zijn bruid zoeken, want niemand van die bruid zal
Jezus gaan zoeken. Hij zoekt Zijn bruid in het uurtje
van Gods welbehagen. Dan gaat Hij hen leren aller
zonden vijand te worden en verkrijgen zij een lust
tot alle gerechtigheid. Tot alles wat van de wereld is,
roepen zij dan uit: henen uit, henen uit. O, dezulken
leren de zonde betreuren en bewenen, en zij zullen
voor Hem in het stof nedervallen met een oprechte
schuldbelijdenis. Aan hen gaat Hij Zichzelf bekend
maken als de enige Weg, de Waarheid en het Leven.
Ja, als die dierbare Bloedbruidegom, Die niet zal
rusten voordat Hij haar getrouwd heeft. Zo krijgen
zij een geestelijke ondertrouw met Hem, om in de
zalige samenspreking door het geloof, Hem te ondertrouwen
in gerechtigheid en in gericht, in goedertierenheid
en in barmhartigheden. Zo zal Hij hen
uiteindelijk tot de trouwdag brengen, zodat zij in
een rechte weg Jezus ten eigendom worden gemaakt.
En zoals nu Jezus het Hoofd is van Zijn duurgekochte
bruid, zo wil Hij dat zij lichaam en ziel beide
zuiver en heilig bewaren."
Ds. M. van Beek, De Heidelbergse Catechismus,
dl. 2, Ochten z.j., p. 257